"De zon staat op ondergaan. Het is voor mij nu tijd om te gaan, zegt Socrates. Kritōn vraagt hoe hij begraven wil worden. Daarop antwoordt Socrates dat zijn hele voorafgaande betoog op Kritōn kennelijk geen indruk heeft gemaakt, want niet hij, Socrates, wordt begraven, maar zijn lichaam. En daar mogen ze mee doen zoals het hen goeddunkt. Daarop verwijdert hij zich om zich te gaan wassen; zijn vrienden zitten bijeen, en voelen zich alsof ze voortaan als weeskinderen door het leven moeten gaan. Socrates keert terug, een gevangenis-bediende brengt hem de gifbeker. Kritōn vraagt Socrates het drinken zo lang mogelijk uit te stellen, maar Socrates zegt dat hij zich daarmee belachelijk zou maken, gezien de strekking van zijn betoog van de voorafgaande uren. Zonder aarzeling drinkt hij de beker leeg. Op dat moment beginnen zijn vrienden ongegeneerd te huilen. Socrates roept ze op zich te vermannen. Dat doen ze, maar nu voelt Socrates snel van onderaf de gevoelloosheid in zijn benen kruipen, en deze trekt snel omhoog. Na een laatste stuiptrekking overlijdt hij. Kritōn sluit hem de ogen en de mond."
(Wikipedia)